De komende weken neem ik jullie mee op een bijzondere reis door het delen van verschillende dagen uit mijn dagboek, rechtstreeks uit mijn nieuwste boek genaamd 'Ooit was ik een soldaat'. In deze blog deel ik fragmenten van mijn ervaringen tijdens mijn tijd als militair in Kandahar, Afghanistan. Het is een unieke kans om een glimp op te vangen van mijn leven in deze uitdagende periode. Vandaag een speciale dag, 9/11 exact tien jaar na de aanvallen. Veel leesplezier!
11 september 2011
Tien jaar geleden was ik een jongeman van zestien jaar en zat ik in het vierde middelbaar van het Montfortcollege te Rotselaar. Zoals elke dag na school fietsen we rustig naar huis om aldaar, zoals het een goede student betaamt, direct te beginnen aan het schoolwerk. Uiteraard zoals een jonge leerling die de ganse dag ijverig op de schoolbanken heeft vertoefd en nauwlettend heeft opgelet, wou ik even genieten van een kleine pauze en besloot ik eventjes tv te kijken. Toen ik deze opzette leek het eerst alsof er een spannende film bezig was. Ik zag een vliegtuig, een Boeing 767, zich in een gigantische toren boren. Ik vond dat deze film zeer goed was gemaakt, het leek bijna echt. Het duurde echter niet al te lang vooraleer ik besefte dat het wel degelijk de realiteit was. Zoals iedereen was ik verbijsterd. Iets later, 18 minuten om exact te zijn, was ook de tweede toren aan de beurt. Dit kon uiteraard geen ongeluk zijn. Nadien was er ook nog de crash in het Pentagon van de Boeing 757. Nog iets later crashte het vierde passagierstoestel in Pennsylvania. Dit alles leek zo irreëel, maar dit was het jammer genoeg niet. Al vrij snel werd Osama Bin Laden aangeduid als verdachte nummer één. De dag nadien was er reeds een bijeenkomst van de leden van de NAVO. Daar werd artikel V aangehaald dat stipuleert dat een aanval tegen één van de leden aanzien wordt als een aanval tegen alle leden en dat daarop gepast moet gereageerd worden. De schuldige van deze achterbakse aanslag zou gevonden en gestraft worden. Al vrij snel vroegen de Amerikanen aan de taliban, de fundamentalistische en islamitische machthebbers in Afghanistan, of zij Osama Bin Laden wilden uitleveren aan de Verenigde Staten. Zij vroegen echter of de VS harde bewijzen kon leveren dat Osama Bin Laden verantwoordelijk was voor deze aanslagen. Dit kon de VS niet. Even terzijde, Osama heeft ook nooit de verantwoordelijkheid voor de aanslagen toegegeven, hij heeft wel gezegd dat hij het een goede zaak vond. Hij had wel al in 1996 opgeroepen tot een Heilige Oorlog tegen de Verenigde Staten en hun bondgenoten vanwege het, volgens hem, verderfelijke beleid van de Verenigde Staten. Hij vond dat de VS niet het recht had om politieman van de wereld te spelen. Ondertussen vroegen de stamhoofden in Afghanistan aan de taliban om niet direct de diplomatische gesprekken met de VS te verbreken. Ze zeiden er echter wel bij dat indien er een aanval op Afghanistan zou komen alle stammen zich achter de taliban zouden scharen en zich volledig zouden geven om hun land te verdedigen tegen alle indringers. Dit is eigenlijk bijzonder, vind ik. De meeste inwoners van Afghanistan waren op dat moment de taliban niet erg gunstig gezind, nog steeds niet trouwens. De taliban hadden in de jaren 90 geprofiteerd van het machtsvacuüm, dat er was na de tien jaar durende invasie van de Russen, om de macht te kunnen grijpen. Deze soldaten van de islam uit Pakistan, die zich ook beschouwen als studenten theologie of als monnik-soldaten, zijn in de zomer van 1994 aan het islamitische firmament verschenen, drie jaar nadat de Russen zich uit Afghanistan hadden teruggetrokken. De beweging kenmerkte zich toen door een grote openheid jegens de andere volkeren van Afghanistan. Het land telde en telt trouwens nog steeds een twintigtal volkeren en zelfs minstens dertig talen. Van één volk kunnen nog verschillende stammen deel uitmaken, vaak met tegengestelde belangen. Eerst veroverden ze enkele steden in het Zuiden, waarvan Kandahar één van de eerste was. Reeds twee jaar later hadden ze de macht over heel Afghanistan. In de nieuwe gebieden onder hun controle stelden de taliban meteen de sharia in, en wel in de strengst morgelijke versie zoals deze nergens anders in de moslimwereld werd toegepast. Weldra dringt ook in het Westen door wat dit betekent. Mensen worden gestenigd, geslagen, ledematen van dieven worden geamputeerd en Westerse technische vooruitgang werd zondig verklaard. Bebaarde studenten, de taliban dus, verbrandden publiekelijk videocassettes, videoapparaten en televisietoestellen. Muziek beluisteren mocht ook niet meer. De Afghanen luisteren echter, zoals de meeste bevolkingsgroepen, graag naar muziek. Kortom, plezier maken in het algemeen werd verboden. Vrouwen, gevangen onder hun boerka, werden teruggebracht tot slavinnen met uitsluitend de taak om kinderen te baren. Ze mochten niet langer studeren of zonder begeleiding van hun man, vader of broer het huis verlaten. De mannen werden gedwongen een baard te laten staan van minstens de lengte van hun hand. Bovendien moesten ze ook, onder bedreiging van Kalasjnikovs, vijf keer per dag gaan bidden in de moskee. De grote meerderheid van de Afghanen vond dit dus allerminst aangenaam, maar toch beweerden de stamhoofden dat indien het tot een invasie van de Amerikanen zou komen dat ze mee hun grondgebied met hand en tand, veel meer hadden ze immers niet, zouden verdedigen.
Aangezien de taliban echter voet bij stuk hielden en niet van plan waren om Osama uit te leveren, besloot de VS om het land binnen te vallen, Osama te vinden en de taliban van de macht te verdrijven. Ruim tien jaar na de Golfoorlog wisten de VS opnieuw een wereldwijde coalitie op de been te brengen, al namen ze ditmaal het militaire aspect nagenoeg helemaal voor hun rekening. Op 7 oktober 2001 begonnen de Amerikanen en Britten Kaboul en andere steden en stellingen van de taliban en bases van Al-Qaida, het terreurnetwerk van Osama, vanuit de lucht te bestoken. Min of meer eindigde officieel de oorlog reeds op 7 december 2001 toen de taliban hun laatste bolwerk ontvluchtten in Kandahar. Het gebouw waar ze het langst hadden standgehouden bevindt zich op amper 400 meter van waar ik mij momenteel bevind (dus in mijn container in de Belgische compound, alwaar ik momenteel dit dagboek ijverig aan het schrijven ben). In dit gebouw is trouwens momenteel het hoofdkwartier van de ISAF-troepen hier in Kandahar gevestigd. Een beetje symbolisch uiteraard.
Op 22 december 2001 werd er reeds een regering aangesteld onder leiding van interim-premier Hamid Karzai, die vandaag overigens nog steeds aan de macht is. De eerste doelstelling was op die manier bereikt, de taliban waren van de macht verdreven. Uitgeschakeld zijn ze echter nog lang niet. De tweede doelstelling werd eerder dit jaar bereikt toen de Navy Seals van de VS Osama konden uitschakelen in zijn woning in Pakistan. Maar de NAVO‑troepen bevinden zich dus nog steeds in dit land en zo ook ik vandaag, exact tien jaar na die noodlottige dag.
Ik had vandaag dan ook een beetje op mijn hoede dat het opnieuw zo’n noodlottige dag zou worden en had dan ook net iets meer schrik dan gewoonlijk om de werkdag aan te vatten. Omstreeks de middag kreeg ik een e-mail van mijn ongeruste moeder met de vraag of alles in orde was, omdat er op de radio was verteld dat er ergens een aanslag was geweest in Afghanistan met enkele doden en ongeveer 80 gewonden. Ik kon haar geruststellen met de mededeling dat tot op dat moment alles in Kandahar zeer rustig was. Ik was daar trouwens zelf ook een beetje door verbaasd. Ik kon zelfs mijn werkdag afsluiten zonder enig incident en kon gelukkig ongeschonden terugkeren naar de Belgische compound, alwaar er uitgerekend vandaag een veertigtal nieuwe Belgische collega’s waren aangekomen. Dit was de voorwacht van de andere collega’s die enkele dagen later zouden aankomen. Op 16 september zouden de ongeveer 110 Belgen die hier nu aanwezig zijn voor de zendingen van de F-16’s na vier maanden terug huiswaarts keren. Dus moesten hun vervangers stilletjes aan wel arriveren. ’s Avonds gingen mijn collega’s eten en ik besloot in mijn container te blijven, omdat ik nog steeds last had van hevige koppijn als gevolg van de aanhoudende sinusitis. Ik besloot om in mijn bed naar een film te kijken op mijn laptop. Lang kon ik van de film niet genieten. De taliban waren uiteindelijk toch uit hun bed geraakt, waarschijnlijk hadden ze zich echter niet overslapen na een avondje stappen. We kregen dan ook wederom enkele raketten op ons afgevuurd om de dag af te sluiten. Ik was opeens blij dat ik niet mee was gaan eten, want mijn collega’s zaten nu allemaal ergens samengepropt in een kleine bunker terwijl ik mij redelijk comfortabel met een boek kon installeren in onze gang. De veertig nieuwkomers werden op deze manier ook direct warm welkom geheten door de taliban. Vriendelijke jongens toch wel die taliban boys.
Al bij al viel deze dag dus toch redelijk goed mee, ik had immers veel meer aanvallen verwacht en ik had ook enkele aanslagen verwacht hier in Kandahar zelf door taliban-jongens met zelfmoordvesten. Ze zijn er gelukkig echter niet in geslaagd om ongezien hier in KAF binnen te dringen vandaag, en gelukkig maar.
Steven Arrazola de Oñate
Comments