top of page

Ze zitten op hete kolen

Het centrale thema in de klimaatdiscussies is, dat de CO₂ -concentratie (koolstofdioxide) in de atmosfeer stijgt, door menselijke factoren, waardoor de aarde gevaarlijk opwarmt.

Met name de verbranding van fossiele brandstoffen zorgt voor een extra uitstoot van CO₂, waardoor dit zich steeds meer zou ophopen in de atmosfeer, met een broeikaseffect als gevolg. Op die laatste theorie kom ik in een later artikel terug. Ik zou me voor deze column willen beperken tot het ontstaan van CO₂, en de cyclus die deze molecule doorloopt.


—————


De onbewezen theorie - over het enorme gevaar van CO₂ -stijging, waardoor de aarde desastreus zal opwarmen - blijft eindeloze doemverhalen opleveren, en leidt finaal tot een geldverslindend streven naar ‘hernieuwbare’ energie.

Dat dit ook maar enig nuttig effect zal hebben, is absoluut niet bewezen, en wordt integendeel steeds meer betwist en weerlegd.



Het klopt dat de CO₂ concentratie, na een eeuwenlange dalende lijn, de laatste honderd jaar opnieuw gestegen is, van ongeveer 280 ppm in 1850 naar ± 420 ppm.

Die ‘ppm’ staat voor parts per million of ‘deeltjes per miljoen’.

Stelt zich de vraag: is dat gevaarlijk, of moeten we daar blij om zijn?

En klopt dit doem-verhaal wel?


Het aardse klimaat is sinds haar ontstaan nooit gestopt met veranderen.


Er ís geen bewijs, dat klimaatverandering is veroorzaakt door de uitstoot van CO₂ .

Veel van deze voorspellingen zijn, ook hier, gebaseerd op simulaties en computer-gegenereerde modellen, én ontworpen door mensen die op voorhand beslissen, wat de uitkomst moet worden. Dit heeft niets met echte wetenschap te maken.


En is het trouwens niet beter dat de CO₂ -balans terug wordt hersteld naar een veiliger niveau, want we kwamen gevaarlijk dicht bij de kritische grens, waarbij planten sterven en leven op aarde niet langer mogelijk is.

Het wordt immers algemeen aanvaard, dat planten niet kunnen leven onder de 150 ppm.

Als je het zo bekijkt, dan betekent dit niet meer of niet minder, dan dat we puur ‘toevallig’ het leven op aarde hebben gered.

Door deze CO₂ stijging is de planeet alleen maar groener geworden - iets wat door NASA satellietmetingen wordt bevestigd - en kan er voldoende kwalitatief voedsel groeien, waar onze kinderen alleen maar beter van worden en floreren.


—————


4,5 miljard jaar terug ging de aarde van start, met een vaste hoeveelheid koolstof (C), dat zich, onder invloed van vulkanische activiteit en de hitte van de aardkern, begon te binden met de aanwezige zuurstof. De CO₂ / koolstofdioxide die hierdoor ontstond, werd een belangrijk deel van de aardse atmosfeer, en er ontstond een continue uitwisseling van CO₂, tussen de atmosfeer en de aarde, en vice versa.


Die uitwisseling van koolstof, tussen de atmosfeer en het aardoppervlak, noemen we de koolstofcyclus. Er wordt CO₂ uit de atmosfeer gehaald, door bijvoorbeeld de planten en het plankton in de oceanen. En in een ander proces wordt die CO₂ opnieuw afgegeven aan de atmosfeer. Dat kan bijvoorbeeld zijn door vulkaanuitbarstingen, afsterving en ontbinding van plantaardig materiaal of verbranding van fossiele brandstoffen. Wanneer er evenveel CO₂ binnenkomt als uitgaat blijft de CO₂ -concentratie in de atmosfeer gelijk.


—————


Koolstof is een molecule die in het ecosysteem voorkomt onder oneindig veel vormen, zowel organisch - als bouwsteen voor al wat leeft - als anorganisch.

Het wordt constant gerecycleerd en zit zowel in suikers, eiwitten en vetten, als in bladeren, schimmels, bacteriën, spierweefsel en noem maar op. Maar ook in alle fossiele brandstoffen, en, onder de vorm van koolstofdioxide ( CO₂ ), in de atmosfeer.


In wat men noemt de korte of snelle koolstofkringloop, spelen levende planten een grote rol. Ze nemen via de stomata of huidmondjes de atmosferische CO₂ uit de lucht, zetten die om tot organisch materiaal, met name glucose of suiker, en ademen zuurstof uit.

In dit proces, dat we fotosynthese noemen, zijn het de bladgroenkorrels die zorgen voor de omzetting van CO₂ , tot de organische, energierijke stof, glucose.

Om deze reactie te laten verlopen heeft de groene plant energie nodig, die het krijgt van de zon, en ook water ( H₂O ). Hieronder ziet u ook de chemische structuur van suiker en daarin ziet u dat glucose is opgebouwd uit de elementen C, O en H.


Als afvalproduct van dit proces komt zuurstof vrij, dat wordt afgegeven aan de omgeving.


In deze koolstofcyclus zien we een duidelijke seizoensvariatie.

De groei van planten die in de lente en de zomer plaatsvindt, absorbeert koolstofdioxide uit de atmosfeer, terwijl de trage groei in de herfst en winter ertoe leidt, dat koolstof weer vrijkomt, wanneer plantaardig materiaal (zoals bladeren) vergaat.

Ook het al dan niet aanwezig zijn van zonlicht speelt een cruciale rol, vandaar trouwens de dag-nacht-variatie.



Op dezelfde manier, als de klassieke bladgroenkorrels, nemen ook de kleine organismen, die in de oppervlakte van de zee leven, het plankton, CO₂ op. Ook zij hebben CO₂ nodig om te leven, en ademen net zoals planten zuurstof uit.


Volgens de reeds vroeger aangehaalde, door NASA uitgebrachte film (Earth from space), is plankton in de oceaan verantwoordelijk voor de helft van de zuurstof die wij inademen, waardoor de meeste wezens op deze aarde kunnen overleven.

De bijdrage aan zuurstof door plankton, zou zelfs de zuurstofproductie van alle bomen op aarde overtreffen, en sommige bronnen spreken zelfs van een verhouding van 30% voor de bomen, en 70% voor plankton.


Wanneer planten afsterven, bij bosbranden, of bij het omzetten van biomassa in energie, komt er CO₂ vrij dat weer kan worden opgenomen door de atmosfeer, de levende planten… En daarmee is de cirkel/cyclus rond.


—————


In de volgende figuur kan u zien waar koolstof op aarde wordt opgeslagen.

De eenheid die men daarvoor gebruikt is Petagram ( = 10 tot de 15e of 1g met 15 nullen achter ). Die eenheid speelt niet zoveel rol, maar de figuur toont wel aan over welke verhouding we het hier hebben.


De aardkorst bevat bijna alle koolstof van de planeet en het tweede grootste reservoir is duidelijk de (diepe) oceanen. Bijna een kwart van de koolstof op of nabij het aardoppervlak (in de bodem, planten en ondiepe oceaan) bevindt zich in de atmosfeer. Maar dit aantal komt overeen met slechts 2% van de totale koolstof in de oceanen.

U ziet dat het grootste deel, van de op aarde aanwezige koolstof, opgeslagen ligt in de aardkorst, met daarin een aanzienlijk deel onder de vorm van fossiele brandstoffen.

Het zijn die brandstoffen die wij, vooral sinds de industriële revolutie, zijn beginnen opstoken, waarbij we de erin opgeslagen koolstof terug hebben gegeven aan de atmosfeer.


Maar hoe komt men aan zo’n groot percentage koolstof in de aardkorst?


Wanneer planten afsterven wordt niet altijd alles opgegeten door diertjes, bacteriën, schimmels… De overgebleven plantenresten blijven dan liggen en vormen een dikke compacte laag. Als er steeds weer een laag bovenop komt, wordt dit dieper de aarde ingedrukt. De druk neemt dan toe, waardoor er uiteindelijk diep in de grond een vorm van steenkool, aardgas of aardolie ontstaat.


Hetzelfde gebeurt ook in de oceanen. Ook die nemen CO₂ uit de atmosfeer op, en kunnen dit voor langere tijd opslaan.

Als de kleine organismen, het plankton, in zee sterven wordt een deel opgegeten door andere zeedieren, en een deel komt op de zeebodem terecht. Het gedeelte dat op de zeebodem terecht komt, wordt ook hier opgeslagen in de bodem.


Al deze processen gaan heel erg langzaam, van wel duizenden tot miljoenen jaren, en daarom noemt men deze cyclus ‘de lange koolstofkringloop’.


Op dit punt in de koolstofkringloop hebben vooral kalk-vormende zeesoorten, zoals kokkels, koralen, krabben …, een belangrijke rol gespeeld. Ter bescherming van hun weke lichamen, vormden die een schelp/pantser/schaal door het kristalliseren van calciumcarbonaat (CaCO3). Deze bepantsering was mogelijk, door in zeewater opgeloste, koolstofdioxide te combineren met calcium.

Dit vermogen, dat zo’n 570 miljoen jaar geleden is ontwikkeld (biomineralisatie), gaf hen een enorm overlevingsvoordeel en voor het ecosysteem betekende dit, dat er miljoenen miljarden ton CO₂ uit de oceaan werden gehaald.

Na afsterven zakten ook deze schaaldieren naar de bodem van de zee, met als gevolg: vorming van gesteenten, zoals kalksteen, marmer en krijt . Hierin bleef die koolstof, voor miljoenen jaren, gevangen, weg uit de koolstofcyclus.


In de volgende grafiek heb ik de voornaamste actoren in de CO₂ -flow weergegeven, uitgedrukt in Petagram per jaar.



Aan de positieve kant (balken naar rechts) ziet u factoren die CO₂ afgeven aan de atmosfeer, en dat zijn dan vooral de oceanen.

Als tweede volgen, bijna ex aequo, de planten en de bodem ( o.a. door afbraak van organisch materiaal in de bodem, via bodemmicroben en bodemfauna… ).

En tot slot ziet u dat het aandeel van de mens, via verbranding van fossiele brandstoffen, maar een kleine fractie is.


De negatieve cijfers (naar links) geven de stroming weer ván de atmosfeer náár de aarde.

U ziet het effect van de fotosynthese, maar ook de opname van de oceanen. Die vormen een grote buffer voor CO₂ : 98% van alle CO₂ op aarde bevindt zich in de oceanen.

De term zwerfafval in deze grafiek slaat op de biomassa, die afkomstig is van het bladerdak van bomen, en de bodem eronder.


Een aanzienlijk deel van de mensen, die begaan zijn met onze planeet, legt, in deze koolstofcyclus, de klemtoon volledig op de fractie ‘verbranding fossiele brandstoffen’.

Vooral in de westerse wereld leeft de idee, dat de mens deze klimaatcrisis heeft veroorzaakt. Voor mensen die dit geloven, draagt dan ook de mens, en enkel de mens, de volledige verantwoordelijkheid voor de oplossing van deze ‘antropogene’ (= door mens veroorzaakte) klimaatopwarming.


Ik persoonlijk geloof helemaal niet in dit beschuldigende standpunt, maar ervaar het probleem minder beladen. Ik zal proberen, in een paar artikels, mijn standpunt te verdedigen. De argumenten die ik aanhaal zijn uiteraard niet zelf bedacht, maar gehaald uit literatuur van wetenschappers, die een aantal redeneringen in het mainstream discours in vraag stellen. Iedereen moet een kans krijgen in het debat, vind ik, en ik hoop dat ook u, voor uzelf, op die manier kunt uitmaken wat u plausibel lijkt.


Soms wordt het ook allemaal té wit-zwart voorgesteld. Waar quasi iedereen het bijvoorbeeld over eens is, dat is, dat we niet onbeperkt fossiele gassen kunnen blijven opstoken. Wat men ook wil insinueren. Niemand vindt dat we kwistig mogen blijven omspringen met de voorhanden zijnde fossiele brandstoffen, hoe ‘massaal’ die momenteel ook nog voorradig zijn. Maar dan gewoon om de simpele reden dat we ze later misschien nog nodig zullen hebben, en dan is volledig uitputten dus geen goed idee. Maar er is absoluut geen sprake van urgentie. En er is nog geen man overboord.


Steeds meer wetenschappers hechten, om te beginnen, al weinig geloof, aan de idee van een ‘acute opstoot van CO₂’. Ik zal u in een volgend artikel laten zien dat we dat al eerder hebben meegemaakt en zonder kleerscheuren zijn doorgekomen, en ook dat er helemaal geen causaal verband bestaat tussen CO₂ en temperatuur.

Gedurende 4,6 miljard jaar van de lange geschiedenis van de aarde, waren er af en toe periodes waarin hoge CO₂ -niveaus samenvielen met hoge temperaturen, en vice versa. Maar net zo vaak gingen zeer hoge CO₂ -concentraties gepaard met zeer lage temperaturen, en omgekeerd. Dus er zit absoluut geen correlatie in.


Ik hoop dat ik er in slaag u te laten inzien, dat we de huidige toename van koolstofdioxide (CO₂ ) in de atmosfeer eigenlijk zelfs zouden moeten vieren, en niet demoniseren én dat er helemaal geen reden is tot paniek of overhaaste maatregelen. Wat men ook beweert.


Luk Adang


512 weergaven8 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Met uw kleine steun blijft deze website online zonder reclame

Doneer een bedrag naar keuze. Met €1 euro zijn wij al enorm tevreden.

Dankjewel voor uw steun!

bottom of page