Adaptatie - aanpassing aan veranderend klimaat, zoals beschreven in het vorige artikel - is iets wat door klimaatactivisten of zelfs het UNFCCC niet wordt ondersteund, integendeel.
Positieve menselijke resultaten mogelijk maken is, in het klimaatbeleid en de politiek, lange tijd als problematisch beschouwd, wegens in strijd met het apocalyps-verhaal, hoe gek en decadent het ook klinkt. Klimaatactivisten beschouwen pogingen om zich aan te passen aan klimaatextremen namelijk als capitulatie, en een afleiding van de noodzaak om de uitstoot van fossiele brandstoffen te beteugelen. Hoewel aanpassing is genoemd in alle IPCC-beoordelingsrapporten, en in de rapporten en het beleid van de UNFCCC, zijn er tot voor kort slechts symbolische inspanningen in die richting geleverd.
Dat adaptatie zelfs expliciet wordt tegengewerkt door hetzelfde IPCC kan u lezen in dit artikel van Roger Pielke Jr., en dat terwijl ‘…zelfs met een onwaarschijnlijke klimaat-toekomst bijna alle schade door overstromingen kan worden vermeden door effectieve aanpassing.’
Het is pas in het afgelopen decennium dat zich een kleine verschuiving voordoet, in de richting van het accepteren van parallelle inspanningen, om emissies te verminderen, en zich ook ‘aan te passen’ aan klimaatverandering. In zijn boek ‘The Future' uit 2013 erkent de voormalige Amerikaanse vice-president Al Gore, dat hij in 1992 een fout heeft gemaakt, door -in zijn boek 'Earth in the Balance’- aanpassing te beschouwen als een ‘soort luiheid’.
Ook het Akkoord van Parijs (2015) sloot ‘adaptatie’ niet verder uit en omvat een aantal bepalingen in die richting, waaronder een overeenkomst, waardoor ontwikkelde landen enige financiële steun en technologieoverdracht moeten bieden, om aanpassing in meer kwetsbare landen te bevorderen. Het ‘Sustainable Development Goal' (= de duurzame ontwikkelingsdoelstelling), eveneens uit 2015, heeft tot doel de veerkracht en het aanpassingsvermogen van landen voor klimaat-gerelateerde kwesties te versterken, en omvat gebieden als infrastructuur en landbouw. (Bron)
Het meest opvallende signaal van het toenemende profiel van aanpassing is de in 2018 in Den Haag gelanceerde ‘Global Commission on Adaptation’, die een toezegging heeft gedaan van 200 miljard dollar aan klimaatfinanciering over een periode van 5 jaar. (Bron)
Nochtans is dit nog geen reden voor optimisme, want niets is wat het lijkt.
In het zesde IPCC Rapport blijft mitigatie duidelijk dominant boven adaptatie, en blijft men hameren op dezelfde nagel. (Bron)
De citroen is duidelijk nog niet genoeg uitgeperst. En beloven is gemakkelijk maar…
Al op de VN-klimaattop in Kopenhagen in 2009 beloofden rijke landen om tegen 2020 100 miljard dollar per jaar naar minder rijke landen te sluizen om hen te helpen zich aan te passen aan de klimaatverandering en verdere temperatuurstijgingen te beperken. Vergeleken met de biljoenen dollars die zijn geïnvesteerd in emissiereductie, is de toezegging van 100 miljard dollar maar een druppel op een hete plaat, maar zelfs die relatief kleine belofte is men niet nagekomen.
Een rapport uit 2020 concludeerde dat de doelstelling van 100 miljard dollar buiten het bereik ligt. Men stopt zich weg achter de door covid veranderde context ! (Bron)
How dare you!
——————
Ook aan de kant van de zich ontwikkelende landen zijn machinaties aan de gang die de zaak niet bepaald vooruit helpen.
Het verhaal van de ‘door het westen veroorzaakte klimaatverandering’ is een politiek crisisverhaal dat door lokale politici handig wordt gebruikt om hun slecht beleid te maskeren. Klimaat-gerichte rampen-kadering is politiek nuttig voor politici, die de aandacht willen afleiden van lokale, nationale en internationale beleidsfouten.
Verschillende factoren houden de sociaaleconomische en fysieke kwetsbaarheid in stand: slecht bestuur en corruptie, reeds bestaande kwetsbaarheden, ongeplande verstedelijking, uitbuiting van natuurlijke hulpbronnen, systemische onrechtvaardigheid en marginalisering als gevolg van religie, kaste, klasse, etniciteit, geslacht of leeftijd…
Een treffend voorbeeld is de huidige voedselcrisis in Madagaskar, die vrij prominent aan de klimaatverandering wordt toegeschreven. In oktober ’21 meldde het Wereld-voedselprogramma van de VN dat meer dan een miljoen mensen in het zuiden van het Afrikaanse land honger leden na opeenvolgende jaren van droogte.
De waarschuwing dat de ramp "de eerste hongersnood als gevolg van klimaatverandering zou kunnen worden", werd breed uitgemeten.
De president van Madagaskar, Andry Rajoelina, zei: "Mijn landgenoten betalen de prijs voor een klimaatcrisis die zij niet hebben veroorzaakt."
Maar uit het rapport van het New Zealand Climate Research Institute blijkt dat klimaatverandering hoogstens een ondergeschikte rol speelde in de droogte, die een weerspiegeling was van de natuurlijke variabiliteit in regenval in het verleden, zoals blijkt uit gegevens die dateren uit de late 19e eeuw.
De analyse toonde aan dat de crisis te wijten was aan armoede en infrastructuur-problemen, zoals onvoldoende watervoorziening voor irrigatie van gewassen – problemen die niet waren aangepakt door de regering van Rajoelina. (Bron)
Een nog meer in het oog springend voorbeeld is hoe klimaatverandering de schuld krijgt van de aanhoudend droge staat van het Tsjaadmeer in West-Afrika, wat gepaard gaat met enorme veiligheids- en humanitaire gevolgen. In de afgelopen 50 jaar is de oppervlakte van het meer met 95 procent gekrompen. Door dit watergebrek hebben lokale vissers, boeren en herders hun middelen van bestaan verloren. De toenemende armoede heeft bijgedragen aan een groeiend jihadisme (Boko Haram) en de uittocht van meer dan 2 miljoen mensen, waarvan velen richting Europa trokken. (Bron)
De president van Nigeria, Muhammadu Buhari, verklaarde: "Klimaatverandering is grotendeels verantwoordelijk voor het opdrogen van het Tsjaadmeer."
De aanvankelijke daling van het waterpeil werd veroorzaakt door langdurige droogtes in de jaren zeventig en tachtig, maar het meer is de afgelopen twee decennia vrijwel leeg gebleven ondanks de regenval. Ook de kranten koppen unaniem:
‘Afrika wordt epicentrum van klimaatcrisis die elders is veroorzaakt.’ (Bron)
Maar hiermee gaan ze voorbij aan een totaal andere verklaring. Hoewel de aanvankelijke achteruitgang van het meer duidelijk te wijten was aan lange droogtes in de jaren 70 en 80, is het meer de afgelopen twee decennia obstinaat leeg gebleven, hoewel de regenval zich heeft hersteld. Hoe komt dat ?
Hydrologen vonden de verklaring in het feit dat rivieren uit Kameroen, Tsjaad en Buhari's Nigeria, die ooit het grootste deel van het water leverden, door overheidsinstanties worden omgeleid, om vaak uiterst inefficiënte rijstboerderijen te irrigeren. De instroom naar het Tsjaadmeer zou hierdoor met 80% zijn gedaald, zoals blijkt uit een analyse van Wenbin Zhu, een hydroloog aan de Chinese Academie van Wetenschappen (2019).
De framing ‘klimaatverandering’ verhinderde het uitvoeren van de passende maatregelen, met name het herstel van water uit rivieren die ooit het meer voedden.
En leert men bij denkt u? De Nigeriaanse regering dringt erop aan dat het Tsjaadmeer wordt gevuld, door water van de Congo-rivier 2.400 kilometer om te leiden. Vreemd genoeg zou het voorgestelde kanaal het water langs de irrigatieprojecten leiden, die momenteel het meer leeg laten. U begrijpt wat ik bedoel … ?
——————
Maar niet alleen zich ontwikkelende landen maken handig gebruik van het klimaatexcuus. In juli 2021 veranderde de kleine rivier de Kyll, die uit het Eifelgebergte in Duitsland stroomde, van zijn normale kalme stroom, in een razende stroom die verschillende stadjes langs de rivier op zijn pad overspoelde. (Bron) Tegen de ochtend waren hier, en langs verschillende andere Duitse en Belgische bergrivieren, meer dan 220 mensen omgekomen. Het was de ergste overstromingsramp in West-Europa in decennia.
Politici haastten zich om de klimaatverandering de schuld te geven van de intense regenval die de rivieren die nacht overspoelde. De wereld moest "sneller zijn in de strijd tegen klimaatverandering", zei de Duitse bondskanselier Angela Merkel, terwijl ze door verwoeste gemeenschappen toerde. Klimaatwetenschappers concludeerden later dat een warmere atmosfeer zulke stortbuien tot negen keer meer kans had gemaakt.
Maar er was een andere, meer doorslaggevende factor achter de overstromingen, die maar weinig politici of media hebben genoemd. Hydrologen die de rivierstromen monitoren, zeggen dat de verspreiding van boerderijen, in de eens zo drassige heuvels waar de regenval het meest intens was, het sponsachtige vermogen van het land om zware regenval op te vangen had vernietigd.
Veldafvoeren, wegen en het verwijderen van natuurlijke vegetatie leidden het water binnen enkele seconden naar de rivieren, in plaats van in dagen. Kwetsbaarheid heeft vele oorzaken, waaronder slecht water- of bosbeheer, ongeplande verstedelijking …
——————
Voor gebieden die extra kwetsbaar zijn voor weer- en klimaatverandering - zoals daar zijn zeespiegelstijging, overstromingen, bosbranden, hittegolven, orkanen en landinstabiliteit of erosie - is één van de vragen, wat betreft aanpassing, of het zin heeft om weerstand te bieden, dan wel of het beter is zich gewoon terug te trekken uit die gebieden. (Bron)
We bekijken de kustadaptatie-strategieën eens van naderbij. Deze kunnen worden geclassificeerd in termen van beschermen, accommoderen, vooruitgaan en terugtrekken. Dat laatste is een strategie die mensen, bezittingen en activiteiten uit gevarenzones haalt, zoals barrière-eilanden, wadden en uiterwaarden (= gebied tussen rivier en dijk).
Harde technische kustbeschermingsmaatregelen omvatten golfbrekers, zeeweringen en dijken, grote keringen, superdijken die het mogelijk maken om er bovenop te bouwen en pompen om overtollig water af te voeren. In hoeverre technische maatregelen kunnen beschermen tegen stormvloed en zeespiegelstijging laat Nederland zien. Meer dan 50% van Nederland ligt onder zeeniveau, met het laagste punt zo'n zeven meter onder zeeniveau. Toch zijn de Nederlanders er al eeuwen in geslaagd de opmars van de zee tegen te gaan door voortdurend te innoveren, nieuwe infrastructuur aan te leggen en te investeren in nieuwe technologieën. Naar schatting wordt wel bijna 30% van het Nederlandse nationale bbp besteed aan het verbeteren van kustinfrastructuur. (Bron)
De hoge kosten van harde bescherming zijn op veel, zo niet de meeste kustlocaties niet betaalbaar of praktisch. Soft engineering en sediment-gebonden maatregelen zijn onder meer strandsuppleties (ophoping, zoals aan onze kust). Er zijn echter grenzen aan deze strategie vanwege milieueffecten, kosten en de beschikbaarheid van zand.
Op de natuur gebaseerde maatregelen, zoals het behoud van mangroven en moerassen, zijn vaak succesvol tegen stormvloeden. Ze verhinderen dat de zee bij hoogwater verder landinwaarts opschuift en verminderen de erosie van de kustlijn. (Bron)
Mangroven zijn bossen die bestaan uit bomen die in zout water kunnen leven en die men aanlegt in rivierdelta's en langs de kust van tropische en subtropische gebieden. Hier hebben deze natuurgerichte maatregelen het beste vooruitzicht.
De meest effectieve strategie is het vermijden van nieuwe ontwikkelingen op kustlocaties die gevoelig zijn voor stormvloeden of gevolgen van zeespiegelstijging. Voor bestaande kustontwikkelingen omvat de aanpassing het ophogen of het overstroming-bestendig maken van huizen. Ook het omleiden van rivieren of het beheersen van estuaria en deltalocaties kan overstromingen voorkomen. Vanwege economische beperkingen is het ophogen van land doorgaans alleen voordelig voor kleine gebieden.
Ook opmars-strategieën worden vaak gebruikt en zijn vaak succesvol, vooral dan in open kusten (Singapore), kleine atollen (de Malediven), steden aan estuaria (Rotterdam), delta's (Shanghai) , en bergachtige kusten (Hong Kong). Hierbij wordt nieuw land gecreëerd door zeewaarts te bouwen. Vaak wordt hiervoor eerst vegetatie aangeplant die natuurlijke inpoldering bevordert.
Zoals ik al heb aangetoond (Bron) is zeespiegelstijging niet alleen een probleem dat verband houdt met opwarming; ook lokale bodemdaling kan een belangrijke factor zijn, grotendeels als gevolg van overmatige onttrekking van grondwater en de daaruit voortvloeiende bodemverdichting.
De snelste bodemdaling doet zich voor in veel Aziatische kuststeden.
De bodemdaling hier kan oplopen tot 10 keer die van de wereldwijde zeespiegelstijging.
Bodemdaling heeft Indonesië gedwongen zijn hoofdstad te verplaatsen van Jakarta naar het binnenland van Nusantara. Bijna de helft van Jakarta ligt nu onder de zeespiegel (Bron). Sinds 1970 is de stad op sommige plaatsen wel vier meter lager komen te liggen. Een BBC-filmpje legt in 1 minuut uit hoe dit komt. (YouTube)
En dat is niet de klimaatopwarming.
Maar, geen nood. Wat er ook gebeurt, u merkt het: een portfolio van harde, zachte en op de natuur gebaseerde interventies kan worden gebruikt om strategieën uit te werken tegen de stijgende zeespiegel van 2-3mm per jaar (Bron). En als het moet, verhuizen we …
Luk Adang
Opmerkingen